EEN ANDERE KIJK OP HOOI, VOORDROOG & KUIL
Hooi, kruidenhooi, voordroog, paardenkuil, kuilgras, graskuil, kuilvoer of gewoon kuil, er zijn zoveel benamingen voor dit ruwvoer… Allemaal zijn ze ontstaan uit het hoofdbestanddeel gras, maar het grote verschil tussen de producten hooi, voordroog en kuil zit hem in de conserveringsmethoden.
Ruwvoer is belangrijk!
Ruwvoer is het belangrijkste voer voor een paard om op te leven, want daar is zijn hele spijsvertering op gebouwd. Het is daarom ook zo dat een paard, dik of dun, minimaal 14 tot 16 uur per dag moet kunnen eten. Dat betekent dus dat de kwaliteit van het ruwvoer ook goed moet zijn, want wat je erin stopt komt er ook weer uit! Als je slecht ruwvoer geeft, kan jouw paard niet optimaal functioneren en krijg je allerlei voedingsgerelateerde problemen. In deze blog ga ik daarom in op wat goed ruwvoer maakt, zoals het drogestofgehalte, hoe het gemaakt wordt en de conserveringsprocessen en wat nu wel en niet geschikt is voor het paard.
Indeling in drie soorten ruwvoer op het drogestofgehalte in %
Wikipedia: Het drogestofgehalte is een kenmerk van tal van stoffen die van nature een aanzienlijk watergehalte hebben. Het drogestofgehalte wordt vaak afgekort tot ds en het wordt uitgedrukt in massaprocenten, ofwel de massa aan droge stof gedeeld door de totale massa van de stof.
1. Hooi heeft 80-90% gehalte aan drogestof (ds), doordat het 5 tot 7 dagen gedroogd heeft.
2. Voordroog 65-80%, dit heeft ongeveer 3 tot 5 dagen gedroogd. Met de benamingen paardenkuil en kuilgras, wordt ook vaak voordroog bedoeld.
3. Kuil kan maar een gehalte van 35-45% ds bevatten in de melkveehouderij en deze kuil komt uit graskuilen en mogen maar een veldperiode hebben van maximaal 48 uur, voordat het ingekuild wordt.
Voor koeien heet het dus kuil, voor paarden heet het voordroog of hooi. Wellicht verwarrend maar sommige voordroog lijkt net hooi. Hooi is over het algemeen het beste om te geven aan je paard. Er zijn kuilen te vinden die beter zijn qua voedingswaarden dan sommige partijen hooi of dat het voordroog beter is dan het hooi wat je kunt krijgen. De kwaliteit is waar alles van afhangt, zoals:
• van de kwaliteit van het land waar het van gemaaid wordt, zoals het mineralengehalte van de grond
• het tijdstip van maaien op de dag
• van welke snede het is, dus welke tijd van het jaar
• de lengte van het gras en bloei of niet
• de duur van het drogen
• het weer, warmte, zon en wind
• het soort gras waarmee ingezaaid is
• de eventuele variatie van grassoorten en kruiden in het grasland
• de manier van bemesting en nog veel meer….
Goed hooi, voordroog of kuil maken is best een kunst!
Melk- en azijnzuur in kuil
bron: veeteelt.nl
Droge stof is de grote sturingsfactor voor de gehaltes melkzuur en azijnzuur in kuil. Melkzuur zorgt voor een pH-daling in het kuil en is daarmee de bepalende factor in de conservering van kuil. Hoe hoger het melkzuurgehalte, hoe lager de pH, dus hoe zuurder. Het aan melkzuur gekoppelde azijnzuur heeft een remmende werking op de ontwikkeling van broei en schimmels. Hoe hoger het azijnzuurgehalte, des te lager is het risico op broeiverliezen. Onder de 30% drogestof nemen de gehaltes weliswaar nog toe, maar zal er ook meer boterzuur gevormd worden, en krijgen rottingsbacteriën meer kans.
Kuil is doorgaans geen geschikt voer voor paarden, mede omdat het doorgaans ook van (wat korter) productiegras (Engels raaigras) gemaakt is met een hoger gehalte aan eiwitten en fructaan. Kuilen met een percentage droge stof tussen de 35 en 45% zorgen voor voldoende zuren en minder broei. Hierdoor behoud je meer voedingswaarde en zorg je voor een hogere melkproductie, maar het is doorgaans te zuur en te rijk voor paarden. Voor koeien wordt er ook melasse aan het kuil toegevoegd door dat er overheen te sproeien tijdens de productie. Bij het hakselen voegen ze vaak ook nog melkzuur toe of dan de melasse.
Voordroog
Voordroog wordt ook wel graskuil of kuil genoemd in de paardenwereld en is een resultaat van conservering door fermentatie. Het gras wordt net als bij hooi eerst gedroogd, echter minder lang. We spreken van voordroog dat geschikt is voor paarden als het minimaal zo’n 60% droge stof bevat. Dit product is populair in Nederland, omdat we niet altijd voldoende zonuren hebben om het gras volledig te drogen zoals dit gedaan wordt bij hooi. Kenmerkend voor voordroog is dat het altijd luchtdicht verpakt dient te worden. Zodra het ruwvoer luchtdicht afgesloten is, beginnen goede bacteriën met het omzetten van suikers in onder andere melkzuur en azijnzuur. Afhankelijk van het vochtgehalte zal de pH zakken totdat een stabiele waarde is bereikt. Door het zuurdere milieu stopt de groei van bacteriën en wordt de voordroog stabiel. Een goed geslaagde voordroog ruikt lekker.
Voordroog is dus eigenlijk droge kuil of nat hooi, daarom moet het luchtdichter verpakt worden dan kuil. Het proces van verzuren duurt wel even en je kunt niet tussendoor het pak open doen om te kijken hoe de kwaliteit is. Hierdoor gaat dus nog wel eens iets mis met een pak. Het kan niet te droog zijn, want dan gaat het schimmelen. Als het te nat is krijg je kuil en is het te zuur voor paarden. Als er andere planten in zitten of dingen zoals vogelpoep of een dood beest, dan is de baal ook verloren. Je kunt als boer dus nooit zeker weten hoeveel droge stof erin zit en het kan verschillen per baal.
Hooi!
Hooi wordt geconserveerd door drogen en kuil door verzuren en voordroog bevindt zich er precies tussenin. Je hebt lang hooi maar ook kort hooi en voor paarden is gras met lange stengels wat bijna in bloei is het best. Als je van lang gras hooi wilt maken, moet een boer ook vaker het hooi schudden als het nog op het land ligt, minimaal 3x, maar het liefst meer. En zon en warm weer is dan niet genoeg, het moet ook nog waaien. De kunst is om het hooi zo droog mogelijk in de baal te krijgen om het beter te conserveren en om hooibroei tegen te gaan. Bij dit proces zetten aerobe bacteriën nuttige voedingstoffen om in ongewenste zuren en stijgt de temperatuur van het hooi. Dit kan leiden tot de groei van ongewenste bacteriën, gisten en schimmels wat een gezondheidsrisico vormt voor uw paard.
Hoe sneller het gras droogt hoe beter het hooi is, anders verdwijnen de voedingsstoffen. Hooi kost een boer meer tijd om te maken en ook het meerdere malen schudden kost extra tijd en brandstof. Voor de opslag van hooi heb je een droge ruimte nodig, dit in tegenstelling tot voordroog of kuil. Daarom is hooi ook duurder. Dit kostenplaatje en opslag van hooi is niet alleen bepalend voor de boer, maar ook voor stalhouders en paardeneigenaren. Voor veel stallen is hooi voeren commercieel en praktisch gezien niet meer haalbaar. Het is of te duur of er is niet voldoende opslagruimte of te arbeidsintensief.
De heer Peek bijvoorbeeld, hij is eigenaar van een pensionstal Griftenstein in De Bilt met een capaciteit van 45 paarden/pony’s. Hij heeft geen mogelijkheid om een schuur te bouwen voor de opslag van hooi, maar wel om pakken met voordroog te stapelen op zijn terrein. Dit maakt dat hij voor het voeren van voordroog heeft gekozen. Elk jaar bestelt hij een partij voordroog bij een boer, waarvan hij weet dat deze goede kwaliteit levert. Door voor een grote partij van een snede te kiezen kan hij naar zijn klanten ook goede kwaliteit waarborgen en hoeven de paarden niet steeds te wennen aan andere sneden voordroog, waarvan ze darmproblemen kunnen krijgen. Voor dit aantal paarden heeft hij ongeveer 500 pakken voordroog van 450 kilo nodig per jaar en door investeringen in machines kan nu veel machinaal gebeuren, waardoor alles werkbaar wordt. Hij ontvangt zo 2 tot 4x per jaar een nieuwe lading. Hooi voeren kan daar wel, maar dat kost dan logischerwijs ook meer.
Er wordt vaak gezegd of gesteld dat het voeren van hooi een must is om vele wetenschappelijk onderbouwde redenen en hier ben ik het doorgaans ook mee eens. Vaak is dit alleen niet haalbaar en als een paard niet om medische redenen hooi moet krijgen is voordroog ook een goede keuze. Hooi is het beste mits van goede kwaliteit en voordroog is daarna het beste alternatief als dat natuurlijk ook van goede kwaliteit is!
Voedingswaarden
Welke grassoorten en kruiden er gebruikt worden om ruwvoer mee te produceren is ook wat de voedingswaarde bepaald van het eindproduct. Ruwvoer van gras alleen is niet voldoende, want dat is te eenzijdig. Paarden eten in de natuur meer dan de 15 soorten gras en 80 soorten kruiden die we in ons landschap allemaal kunnen vinden, maar ook bomen in alle fasen in het leven, struiken, kleimineralen en nog veel meer en dat gaan wij dan vervangen door alleen gras… dat werkt niet. Een paard is een verzamelaar en heeft veel meer voedingsstoffen nodig. Dit geldt overigens ook voor paarden die op een land staan met alleen maar gras. Wij lossen deze tekorten nu op door het paard extra bij te voeren met krachtvoer, vitamine en mineralenbrokjes, supplementen of kruidenmixen. Het mooiste zou zijn om al die variatie weer terug te zien in ons ruwvoer!
In de volgende blog ga ik verder in op ruwe celstof, eiwitten, fructaan, energiewaarden, voedingswaarden en nuttige voedingsstoffen, stofvrij of niet, wat te doen bij dikke of magere paarden, bemesting en alle andere dingen die je nog over ruwvoer kunt vertellen. Tot de volgende keer!
* geschreven door Jente Driessen van HorseComplete