ELEKTROLYTEN EN ZOUT – HIP OF NOODZAAK?

- Categories : Blog

In de zomer is er veel te lezen over elektrolyten en het geven van extra zout. Via verschillende media en bladen wordt vooral ook geschreven over elektrolyten. De boodschap is alsof een paard met warm weer eigenlijk niet zonder elektrolyten kan om te voorkomen dat hij uitdroogt. Maar is dat wel zo? Kan het paard dit niet zelf op een natuurlijke manier regelen? Het resultaat van onze zoektocht vind je in deze blog.

We hebben artikelen gevonden waarin staat dat het aanvullen van zout voor normale paarden overtrokken is. In de berekeningen die wij gevonden hebben kun je zien dat dat echt niet zo is, zout moet je al vrij snel aanvullen. Het komt wel voor dat eigenaren snel denken dat hun paard hard werkt en wordt de extra behoefte daardoor snel overschat. Een ander punt is dat de afwijking, de min en max van natrium in ruwvoer groot is en de hoeveelheid en kwaliteit ruwvoer die paarden krijgen ook. Hierover straks meer…..

Wat is zout?

Het zout waar we het in dit artikel over hebben bestaat uit een verbinding tussen natrium en chloride, vandaar de wetenschappelijke benaming natriumchloride of NaCl. Onder de noemer zout kunnen ook andere verbindingen bedoeld worden en het is een verzamelnaam is voor een hele reeks aan chemische verbindingen die bestaan uit metaalatomen. Veel zouten worden in de aarde gevonden en natuurlijk in zee. Voorbeelden van zouten zijn calcium, magnesiumsulfaat en natuurlijk ons keukenzout. Keukenzout bevat alleen vaak jodium en dat is niet verstandig om te geven aan je paard. We vertellen je zo welke zouten wel.

Wat zijn elektrolyten?

De mineralen, Kalium, Natrium en Chloor zijn de belangrijkste elektrolyten. Ze worden gezien als de drijvende kracht voor watertransport door het hele lichaam. Zonder elektrolyten kan het lichaam van een paard geen water vasthouden. Daarnaast zorgen ze ook voor de werking van spier- en zenuwweefsel. Deze hebben invloed op prestatie, vruchtbaarheid en eetlust. In het maagdarmkanaal worden zowel natrium, kalium als chloor erg goed geabsorbeerd. Overschotten worden met de urine uitgescheiden.

Mineralen zijn onontbeerlijk voor het paard. Natuurlijke voedingsbronnen bevatten veel mineralen en veelal zitten de onderlinge verhoudingen goed in elkaar. Een paard kan vrij levend in de natuur kiezen uit verschillende bronnen, gras, kruiden, takken, bladeren etc. Plantaardige voedermiddelen zijn relatief arm aan natrium, maar rijk aan kalium en chloor. In mengvoeders wordt natrium (als NaCl) toegevoegd.

Het paard heeft voor veel lichamelijke processen mineralen nodig, ook voor de huid, haren en hoeven. Een tekort aan mineralen zal daar als eerste zichtbaar worden, omdat de weinige mineralen die het paard tot zijn beschikking heeft gebruikt worden voor andere processen die voorrang hebben in het gestel van het paard.

Wat doet Kalium?

Kalium zorgt voor regulatie van de wateropname door organen, botten en spieren. Elektrolyt; wordt uitgezweet. Kenmerken van een tekort aan kalium zijn:

slechte eetlust

nervositeit

zweten

spierverkramping

ataxie (evenwichtsstoornis)

versneld ademhalen

Een overschot aan kalium wordt uitgescheiden in de urine en is relatief ongevaarlijk, met uitzondering voor paarden die lijden aan HYPP (hyperkalemic periodic paralysis, komt voor bij Appaloosa’s, Quarters en Paints in bepaalde foklijnen), waarbij kalium in het lichaam ophoopt.

Wat doet Natrium?

Natrium zorgt voor de conditie van zenuw- en spierimpulsen. Een tekort aan natrium kan zich uiten in:

een verminderde eetlust

verstopping

overdreven likgedrag

spierverkramping

een droge stugge huid

Kenmerken van een overschot zijn:

koliek

diarree

zwakte

strompelen

achterhand verlamming

paard blijft liggen.

Wat doet Chloor?

Chloor is samen met natrium verantwoordelijk voor de vochtbalans in het lichaam en de overbrenging van zenuwimpulsen. Net als natrium verliest een paard chloor met zweet; het is de tweede belangrijkste elektrolyt. Daarnaast is chloor een onmisbare component van gal en belangrijk bij de productie van maagzuur (hydrochloride, vloeibaar chloor) en dus voor een goede vertering. Wanneer er steeds voldoende vers water beschikbaar is, wordt een eventueel overschot aan chloor met de urine uitgescheiden.

Een tekort aan chloor betekent eigenlijk altijd dat er ook een tekort aan natrium is. De symptomen van een tekort zijn dan ook voor beide mineralen hetzelfde: een paard begint overal aan te likken.

Hoe is een tekort vast te stellen?

Een paard heeft vaak een tekort wanneer het rantsoen alleen bestaat uit ruwvoer en weidegang. Dit in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt krijgt een paard onvoldoende mineralen binnen als er het basisrantsoen bestaat uit ruwvoer en/of weidegang. In de natuur zijn natriumbronnen schaars, kaliumbronnen zijn rijker vertegenwoordigd. Het paardenlichaam is geneigd natrium vast te houden en kalium uit te scheiden. Kalium is ook zout. Een feitelijke kaliumbehoefte kan daardoor lijken op een behoefte aan natrium waardoor zoutstenen slinken als sneeuw voor de zon.

Het is daarom beter om naast het ruwvoer een complete mineralen- en vitaminenmix bij te voeren die in de juiste verhouding is. Het geven van krachtvoer is dan niet de beste keuze. Deze bevat ook suiker en zetmeel en dit heeft nadelige gevolgen voor je paard en je moet er meer van geven om de vitamine en mineralen genoeg aan te kunnen vullen.

Met een bloedmonster is te constateren wat exact de waardes zijn van essentiële mineralen en vitamines, zoals kalium, calcium, magnesium, fosfaat en (vitamine E) selenium. Bij een tekort of overschot hiervan kunnen aanpassingen in de voeding van het paard doorgevoerd worden.

Hoeveel heeft een paard dagelijks nodig?

Een voedernorm voor mineralen, spoorelementen en vitaminen voor paarden werd tot voor kort niet in Nederland uitgegeven. In 2013 is daar verandering in gekomen. Verschillende organisaties in het buitenland publiceren normen voor paarden. Deze tonen echter een aanzienlijk variatie.

Dit kan veroorzaakt worden doordat andere uitgangspunten zijn genomen of omdat de één minimale normen en de ander “optimale” normen weergeeft. Het is vaak moeilijk te achterhalen waar de normen op gebaseerd zijn. Zo wordt de behoefte aan natrium door de Duitse organisatie DLG voor paarden die zware arbeid verrichten gesteld op 0.14 g Na per kg LG en door de Amerikaanse organisatie NRC op 0.07 g Na/kg LG.

Dit grote verschil in natriumbehoefte tussen NRC en DLG wordt veroorzaakt in de te verwachten zweetproductie. De natriumbehoefte van het DLG is gebaseerd een zweetproductie van 5 L per 100 kg LG per dag, terwijl het NRC een zweetproductie van circa 2 L aanhoudt.

Niet-werkende paarden kunnen met weinig natrium toe, maar met zweet kan veel verloren gaan. Als vuistregel voor zweetverlies wordt aangehouden: 1 L/100 kg LG/uur bij matige arbeid en temperatuur van 18-20 °C. Bij zware arbeid kunnen paarden wel 15-20 kg zweet in enkele uren verliezen.

Het is niet voor elke voedingsstof in elke situatie waar het paard in verkeert mogelijk om te onderzoeken wat de behoefte is. Daarom worden vaak normen van andere diersoorten geëxtrapoleerd naar de situatie van het paard. Normen kunnen op verschillende manieren worden weergegeven, per kg voer, per kg lichaamsgewicht of per energie eenheid voer. Dit maakt de vergelijking van diverse normen niet eenvoudiger.

Voorbeeld:

Een paard van 600kg heeft 12 gram natrium nodig per dag, 30gr kalium en 48 gram chloride volgens de DLG norm van 2002 in Duitsland deze norm is ruimer dan de Nederlandse norm.

Bij zware arbeid loopt dit op naar 85 gr natrium, 72gr kalium en 164gr chloor volgens deze norm.

Ter vergelijking is door Inge Nijkerk van Fibra Premium is ook een onderzoek gedaan met de volgende uitslagen.

Zoutbehoefte paard 600 kg:

Bij geen arbeid: 15,6 gr

Bij gemiddelde arbeid: 30 gr

Bij zware arbeid: 48 gr

In hooi zit 0,9 gr zout per kg

In gras zit gemiddeld 1.4 gr natrium per kg ds, dit is minimaal 0.2 en maximaal 3,4. Een sportpaard op arm na gras heeft dus echt een flink tekort terwijl een recreatiepaard op rijk na gras teveel krijgt.

Hoe werkt zweten?

Door zweten, urineren of diarree kunnen paarden elektrolyten (natrium, kalium en chloor) verliezen.

Als mensen zweten, scheiden ze water uit waarna de elektrolyten (zouten) volgen. Met als gevolg dat de concentratie zouten in het lichaam hoger wordt en het vocht afneemt (hypertoon klimaat), wat resulteert in een dorstprikkel. Het drinken van water zal ervoor zorgen dat het water d.m.v. osmotische diurese passief wordt opgenomen en de vochtbalans herstelt. Als paarden zweten, scheiden ze elektrolyten/zouten uit waarna het water passief volgt, als gevolg daarop ontstaat een hypotoon klimaat in het lichaam (in verhouding meer water en minder zouten), paarden krijgen hierdoor geen dorstprikkel en willen moeilijk drinken als ze uitgedroogd zijn.

Voor alle paarden die gereden worden – laten we zeggen – boven de 25 graden, is het verstandig om iets met opgeloste elektrolyten te doen.

Hoeveel zweet mijn paard?

Het vochtverlies is afhankelijk van de arbeidsintensiteit, omgevingstemperatuur, vochtigheid, wind en zonlicht. Bij paarden zijn de zweetklieren verspreid over het hele lichaam; de meeste klieren zitten in de nek, schouders en onderbuik. Op deze plekken kan de hoeveelheid zweet worden geschat in liters die het paard is verloren tijdens een rit of een training:

 

Wat verliest een paard bij zweten?

Mensen produceren ongeveer 1 liter zweet per m2 huidoppervlak per uur en paarden 3 liter zweet per m2 huidoppervlak per uur. Daarbij is de samenstelling van het zweet van een mens meestal wat hypotoon, waardoor het lichaam hypertoon achterblijft, terwijl zweet van het paard duidelijk hypertoon is waardoor het lichaam hypotoon achterblijft. Dat betekent dat bij de mens bij uitdroging door zweetproductie de dorstprikkel vaak hoger wordt, terwijl die bij het paard juist minder wordt.

Paarden die zware arbeid (in de disciplines eventing, endurance en samengesteld mennen) verrichten kunnen aanzienlijke hoeveelheden natrium en chloor verliezen via het zweet, zeker bij een hoge omgevingstemperatuur. Het verlies kan oplopen tot circa 60 g keukenzout per dag (3,1 g Na en 5,5 g Cl/l zweet). Kalium wordt in mindere mate met zweet uitgescheiden (1,6 g K/l zweet).

Hoe vult een paard dit weer aan?

Een paard verliest dagelijks elektrolyten, door zweten en urine. Normaal gesproken worden deze verliezen gewoon weer aangevuld in het dieet. Indien de hoeveelheid opgenomen elektrolyten lager ligt dan de hoeveelheid die met zweet uitgescheiden wordt, kunnen de nieren die tekorten compenseren dankzij een elektrolyten besparend mechanisme. In dat geval duurt het 2 tot 3 dagen voor de elektrolytenpool hersteld is.

Een deel van de elektrolyten wordt aangevuld vanuit de voeding. Niet alle voedingsstoffen uit het voer komen in het lichaam terecht. Tijdens de vertering in het maagdarmkanaal verdwijnen voedingsstoffen met de mest weer mee naar buiten. Voor de opname van mineralen is het belangrijk dat het paard voldoende kauwt. Door te weinig kauwen wordt er niet voldoende ingespeekseld en wordt het verblijf in de maag verlengd. Door de verleningen ontstaan er veranderingen in de ph. Door de ph-veranderingen vermindert o.a. de mineralenbenutting. Deze fermentatiestoornissen in de dikke darm kunnen voorkomen worden door intensief kauwen op ruwvoer (1 kg krachtvoer, 10 minuten kauwen tegenover 1 kg ruwvoer, 40 minuten kauwen). Gebrek aan vezels en/of een overschot aan zetmeel en/of bulkvoeding geeft problemen in de darmen. Ook hierdoor kunnen o.a. mineralen niet goed worden opgenomen.

De absorptiecoëfficient per voedingsstof bepaalt hoeveel er in het voer nodig is om voldoende van deze stof in het lichaam te krijgen. Dit heet de voedernorm en staat vastgelegd voor de voederfabrikanten en bepaalt de minimale hoeveelheid oftewel de minimale norm/behoefte van deze stof, zoals mineralen en sporenelementen. Ter compensatie van complexvorming met andere stoffen of andere verliezen wordt de minimale norm meestal met een bepaalde marge verhoogd. Deze hoeveelheid wordt uiteindelijk de norm of de dagelijkse behoefte genoemd. Er zit ook een veiligheidsnorm in.

Dit zijn de gehanteerde hoeveelheden aan natrium in voeders door verschillende voederfabrikanten uit het onderzoek van Inge Nijkerk:

Fibra Premium: 4 gr zout per kg

Kentucky lite E : 2 gr zout per kg

Pavo condition: 5 gr zout per kg

Havens draversbrok: 4,4 gr zout per kg

Mijten Dressuur Plus: 2,2 gr zout per kg    

Meer dan 5 gr zout per kg in brok (of muesli) wordt er eigenlijk niet geproduceerd. Het gevaar is dat paarden die niet veel arbeid leveren/zweten, te veel zout binnen krijgen. Tijdelijk is dat geen probleem maar op de langere termijn betekent dat overbelasting van de nieren. Ook zou er dan rekening gehouden moeten worden met zomer en winter, omdat de zweetproductie dan erg verschilt. Ook moet er door de fabrikanten rekening gehouden worden dat mensen al snel te vinden dat hun paard “zwaar” werkt terwijl dat niet echt het geval is, deze mensen kiezen voor producten voor paarden die zwaar werk leveren en daardoor over doseren.

Wat kunnen wij doen?

 Ons paard goed ruwvoer geven van een constante samenstelling. Een constante samenstelling van het rantsoen, met veel ruwvoer (veel ruwe celstof) en weinig, maar goed verteerbaar zetmeel, kan voedingsgerelateerde problemen in de blinde en dikke darm voorkomen. Een paard dat voldoende ruwvoer krijgt heeft een goede buikvulling (blinde darm, dikke darm). Dit zit vol elektrolyten en heeft een sterk bufferende werking.

Wanneer je water geeft aan een paard met een leeg maag-darmstelsel, dan zal de zoutconcentratie sneller dalen, dan wanneer je wat water toevoegt aan paard dat een goede buikvulling heeft. In dat laatste geval zal de zoutconcentratie nauwelijks dalen, en is geforceerde toevoeging van elektrolyten niet nodig. Daarom kun je beter water geven waar al zout in zit, met dezelfde concentratie als in het lichaam, en dan verstoor je de zoutbalans niet tijdens het drinken. Dit om te voorkomen dat er osmotische diurese ontstaat. Het lichaam denkt dan dat er al genoeg water in het lichaam is en zal zelfs het opgenomen water weer uit gaan scheiden via de nieren met elektrolyten, zodat de uitdroging zelfs erger wordt.

Het is belangrijk dat je paard daarnaast altijd vers drinkwater ter beschikking heeft. Een paard van 500 kg drinkt gemiddeld zo’n 25 à 30 liter water per dag. Bij beperkte wateropname kan een overmaat aan zoutopname leiden tot een zoutintoxicatie. Ook dit gaat gepaard met een verminderde voeropname en met een stijging van de bloeddruk.

Zorg dat je paard de beschikking heeft over een zoutblok, al is het niet zo dat je daar een zoutprobleem meteen mee oplost. Sommige paarden vinden het niet lekker en maken er gewoon geen gebruik van, andere vinden het lekker en gebruiken teveel. Likstenen verschillen onderling maar weinig, alle 10 geteste likstenen bestonden tussen de 92 en 99% uit natrium chloride, dus zout. Rantsoenberekening is beter en toevoegen wat nodig is.

Onder normale temperaturen hebben paarden ongeveer 1 tot 2 gram zout per dag extra nodig. Naarmate een paard meer zweet – zoals bij veel beweging of met hoge temperaturen – neemt de behoefte sterk toe naar 4 tot 6 gram zout per dag tot wel 10 gram of meer. Met warm weer zou een paard lange tijd moeten likken aan een zoutblok om de juiste hoeveelheid zout op te kunnen nemen. Je kunt daarom ook los zout voeren. Geef dan bijvoorbeeld 4 tot 6 gram Keltisch zeezout, veevoederzout of grey seasalt per dag met warm weer, dit kan ook door het voer.

Of geef de dieren NAAST de normale drinkwatervoorziening en likstenen ook een mogelijkheid te drinken van water waarin je 1 tot 5 gram Keltisch zeezout per liter in hebt opgelost! 1 à 2 handjes op 1 emmer water en laat de dieren zelf maar kiezen. Keltisch zeezout bevat ook het aanhangend zeewater, het is dus herkenbaar als een nat zout. Dit vocht zorgt ervoor dat dit zout metalen en mineralen verbindingen bevat die vrijwel geen enkel ander natuurzout bevat, veel zout, ook zeezout, wordt bewerkt om het vocht er juist uit te krijgen.

Het belang van water

Het paard verliest dagelijks veel vocht door urine en zweet. Dit verlies moet aangevuld worden met goede kwaliteit drinkwater. Ook helpt water om het lichaam schoon te houden en afvalstoffen af te voeren. Zorg er daarom voor dat uw paard onbeperkt, goede kwaliteit drinkwater tot zijn beschikking heeft. Water is van levensbelang: het is onder andere noodzakelijk om de vochtbalans op peil te houden, om voedingsstoffen te transporteren en de lichaamstemperatuur te regelen.

Een paard in rust heeft minimaal 30-35 ml water per kg lichaamsgewicht nodig om de waterbalans op peil te houden. Dit komt neer op ongeveer 18 tot 21 liter voor een paard van 600 kg. Een aantal factoren die de waterbehoefte sterk kunnen verhogen zijn prestatie, weersomstandigheden en vochtgehalte van het gras en ruwvoer. Bij flinke inspanning of hoge temperaturen kan de waterbehoefte oplopen tot meer dan 50 liter per dag. Bij inname van (vochtig) gras kan de waterbehoefte juist afnemen. Let erop dat de automatische drinkwaterbakken voldoende water per minuut geven en schoon gehouden worden. Paarden drinken van nature liever water uit grotere oppervlaktes. Wanneer de automatische drinkbak te traag staat afgesteld, kan de motivatie om te drinken afnemen.

Het beste is om paarden leidingwater te geven. Grondwater is niet van voldoende kwaliteit om je paard te geven, tenzij de put dieper is gelegen dan 150 meter. Slootwater of oppervlaktewater zijn (in Nederland) zeer zelden schoon genoeg om als drinkwater te gebruiken. Het moet geschikt zijn voor humane consumptie, wat over het algemeen niet het geval is.

Wanneer elektrolytenmix gebruiken?

Equilin Recover is een complete elektrolytendrank

Voeren van elektrolyten zijn in onze ogen alleen noodzakelijk bij een aantal gevallen:

paarden die zware arbeid hierbij denken wij aan de paarden die langdurig zwaar werken zoals in de disciplines Eventing, Endurance en samengesteld mennen

paarden die uitgedroogd zijn

paarden die op basis van een krachtvoer rantsoen gehouden worden met te weinig ruwvoer

Suppleren van elektrolyten opgelost in water is in die gevallen essentieel. Indien we alle elektrolyten die met het zweet verloren gaan willen aanvullen met het oog op een versnelde recuperatie, is het aangeraden een complete elektrolytenmix te gebruiken. De aanvulling via de voeding duurt veel langer omdat het voer eerst verteerd moet worden. Bij paarden die moeten presteren, uitgedroogd zijn is dit zeker niet wenselijk. Keukenzout bevat enkel natrium en chloor, dus hiermee kunnen we het verloren kalium niet aanvullen. Alle elektrolyten hebben invloed op elkaar. Een bepaalde elektrolyt toedienen heeft dus ook invloed op de opname van andere elektrolyten. Daarom is het aangeraden om de elektrolyten in de juiste balans aan het paard te geven.

Paarden kunnen elektrolyten niet opslaan. Elektrolyten die niet onmiddellijk gebruikt kunnen worden, zullen dus uitgescheiden worden. Daarom is het belangrijk de elektrolyten juist voor het zweten te geven, en vooral kort na het zweten. Op die manier kunnen de opgenomen elektrolyten onmiddellijk de verliezen ten gevolge van zweten compenseren.

 

— Deze blog is geschreven door Jente Driessen HorseComplete in samenwerking met Diana Dam-van den Broek van De Oorsprong, wellness en welzijn voor paarden, die alle lof krijgt voor haar onderzoek!

Bronvermelding:

Inge Nijkerk Fibra Premium

De Blauwe Hengst

Landwirtschaftskammer

Paardenarts.nl

Paardnatuurlijk

Virbac.nl

Equilin

Bio-Ron

Holistischdierenarts.nl

Masterhorse

Share this content

Add a comment